De meeste vennootschappen hebben hun boekjaar ondertussen afgesloten, en bereiden zich volop voor op de volgende jaarvergadering. We herinneren hier kort enkele algemene zaken die men tijdens die voorbereiding indachtig moet blijven.
1. Bevoegdheden van de Algemene Vergadering
De Algemene Vergadering heeft de meest uitgebreide bevoegdheid om de handelingen die de vennootschap aangaan, te verrichten of te bekrachtigen (art. 266 en 531 W.Venn.). De bestuurders en zaakvoerders daarentegen kunnen alle handelingen verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van de vennootschap, behoudens die handelingen waarvoor volgens het Wetboek van Vennootschappen alleen de Algemene Vergadering bevoegd is (art. 257 en 522 W.Venn.). Bovendien kunnen de statuten de bevoegdheid van de bestuurders en zaakvoerders beperken.
De Algemene Vergadering is, zo bepaalt het Wetboek van Vennootschappen, bevoegd om te beslissen over volgende materies: de benoeming, het ontslag 1 en de bezoldiging van bestuurders of zaakvoerders en commissarissen, het wijzigen van de statuten, de ontbinding van de vennootschap, het goedkeuren van de jaarrekening,... Teneinde over deze zaken te kunnen beslissen, komen de aandeelhouders geregeld (dus minstens jaarlijks) samen tijdens een Algemene Vergadering. Er bestaan 3 soorten Algemene Vergaderingen:
Alle aandeelhouders, zelfs zij die slechts 1 aandeel van de vennootschap bezitten, mogen op de Algemene Vergadering aanwezig zijn. Dit kan persoonlijk of via een lasthebber (tenzij statutair beperkt), zelfs als er een belangenconflict is. Hun aanwezigheid is, in tegenstelling tot die van de bestuurders/zaakvoerders en commissaris, niet verplicht. Ook de obligatiehouders hebben het recht aanwezig te zijn.
2. De jaarvergadering
Zoals vermeld, is de jaarvergadering een jaarlijkse bijeenkomst van de aandeelhouders. Ze moet door de Raad van Bestuur of het College van Zaakvoerders worden samengeroepen binnen zes maanden na de afsluiting van het boekjaar en dit via aangetekende brief (indien alle aandelen op naam zijn). Elke aandeelhouder kan er evenwel voor kiezen op een andere manier te worden verwittigd. De bestuurders/zaakvoerders en commissaris kunnen bij gewone brief worden aangeschreven. De oproeping vermeld de plaats waar de vergadering zal worden gehouden, alsook de datum en het uur. De datum waarop de vergadering zal worden gehouden, kan ten vroegste 15 dagen na de oproeping.
Bij de oproeping dienen de bestuurders/zaakvoerders een overzicht van de agendapunten te voegen. Dit is van belang aangezien de Algemene Vergadering niet kan beslissen over punten die niet op de agenda zijn vermeld. Worden agendapunten toegevoegd, dan kan hierover enkel worden beslist indien alle aandeelhouders aanwezig of wettelijk vertegenwoordigd zijn, en unaniem beslissen van de agenda af te wijken.
De agenda omvat bij jaareinde minstens de goedkeuring van de jaarrekening en de verslagen, en de kwijting van de bestuurders/zaakvoerders en commissaris (of net niet). Het is bovendien aangeraden ook de bezoldiging van de bestuurders/zaakvoerders te herbevestigen. Bij gebrek daaraan en mogelijk faillissement het volgende jaar, zou de curator de betaalde sommen kunnen terugvorderen.
Opdat de aandeelhouders deze vergadering kunnen voorbereiden, moeten alle relevante stukken hen bij de oproeping worden meegestuurd.
2.1. Stukken
2.1.1. Jaarrekening
De zaakvoerders of de bestuurders zijn verplicht elk jaar een inventaris en jaarrekening op te maken. Die jaarrekening bestaat uit de balans 2, de resultatenrekening en de toelichting, en vormt een geheel. De jaarrekening moet binnen zes maanden na de afsluitingsdatum van het boekjaar ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering. Indien de jaarrekening niet binnen deze termijn aan de Algemene Vergadering is voorgelegd, wordt de door derden geleden schade, behoudens tegenbewijs, geacht voort te vloeien uit dit verzuim (art 92, § 1 W.Venn.). Deze verplichting geldt ook voor Belgische bijkantoren van buitenlanse vennootschappen, behalve wanneer die bijkantoren geen eigen opbrengsten hebben door verkoop van goederen of dienstverlening aan derden of door geleverde goederen of verleende diensten aan de buitenlandse vennootschap waarvan zij afhangen, en waarvan de werkingskosten volledig door de laatstgenoemde worden gedragen (art 92, § 2 W.Venn.).
Er is een vrijstelling voorzien voor:
De kleine vennootschappen kunnen hun jaarrekening opmaken volgens een verkort schema.
2.1.2. Jaarverslag
De bestuurders of zaakvoerders stellen bovendien een verslag op waarin zij rekenschap geven van hun beleid (art. 95 W.Venn.). Dit verslag wordt het jaarverslag genoemd, en bevat volgende zaken:
Volgende vennootschappen dienen geen jaarverslag op te maken:
2.1.3. Bijzonder verslag ingevolge de alarmbelprocedure
Wanneer ten gevolge van geleden verlies het netto-actief gedaald is tot minder dan de helft van het maatschappelijk kapitaal, moeten de bestuurders of zaakvoerders de Algemene Vergadering hiervan verwittigen.5 Dit binnen een termijn van ten hoogste twee maanden nadat het verlies is vastgesteld of krachtens wettelijke of statutaire bepalingen had moeten worden vastgesteld om, in voorkomend geval, volgens de regels die voor een statutenwijziging zijn gesteld, te beraadslagen en te besluiten over de ontbinding van de vennootschap en eventueel over andere in de agenda aangekondigde maatregelen.
De bestuurders of zaakvoerders verantwoorden hun voorstellen in een bijzonder verslag dat vijftien dagen voor de Algemene Vergadering op de zetel van de vennootschap ter beschikking van de aandeelhouders wordt gesteld. Indien de Raad van Bestuur of het college van Zaakvoerders voorstelt de activiteit voort te zetten, geeft hij in het verslag een uiteenzetting van de maatregelen die hij overweegt te nemen tot herstel van de financiële toestand van de vennootschap. Dat verslag wordt in de agenda vermeld.6
2.1.4. Verslag van de commissaris
De controle in vennootschappen, op de financiële toestand, op de jaarrekening en op de regelmatigheid, ten aanzien van het Wetboek van Vennootschapen en de statuten, van de in de jaarrekening weergegeven verrichtingen, wordt opgedragen aan een of meer commissarissen (art. 142 W.Venn.). In grote ondernemingen is deze controle verplicht. Het betreft de vennootschappen die voor het laatst en voorlaatst afgesloten boekjaar meer dan één van de volgende drempels overschreed:
Bedraagt het jaargemiddelde van het personeelbestand meer dan 100, dan wordt de vennootschap in ieder geval als ‘groot’ gekwalificeerd.
De commissarissen stellen naar aanleiding van de jaarrekening een omstandig schriftelijk verslag op. Met het oog daarop overhandigt het bestuursorgaan van de vennootschap hen de nodige stukken, en dit ten minste één maand of, bij beursgenoteerde vennootschappen, vijfenveertig dagen vóór de geplande datum van de algemene vergadering (art. 143 W.Venn.).
Het verslag van de commissarissen moet volgende elementen bevatten:
Het verslag wordt ondertekend en gedagtekend door de commissarissen (art. 144 W.Venn.).
2.2. De vergadering
De jaarvergadering vereist geen aanwezigheidsquorum.7 Bij aanvang van de vergadering dient wel een aanwezigheidslijst te worden opgesteld.8 Deze vermeld de namen van de aanwezige aandeelhouders, het aantal aandelen die zij bezitten, alsook of zij door een lasthebber worden vertegenwoordigd of niet. Elke aandeelhouders dient deze lijst te ondertekenen. Er wordt tevens een voorzitter, secretaris en stemopnemer gekozen. In de praktijk zal de voorzitter van de Raad van Bestuur of het College van Zaakvoerders, of bij zijn afwezigheid het oudste lid, veelal de jaarvergadering voorzitten.
De beslissingen worden met gewone meerderheid genomen. Worden de beslissingen echter schriftelijk genomen, en wordt dus geen fysieke vergadering gehouden, dan is eenparigheid vereist. In dit geval, ten behoeve van het schriftelijk bewijs, dienen de notulen zo snel mogelijk door alle aandeelhouders te worden ondertekend.
3. Openbaarmakingsverplichtingen
De jaarrekening moet, binnen de 30 dagen nadat de jaarrekening is goedgekeurd, door toedoen van de bestuurders of zaakvoerders worden neergelegd bij de Nationale Bank van België (art. 98 W.Venn.). Volgende vennootschappen zijn hiervan vrijgesteld:
Tegelijk met de jaarrekening worden volgende stukken neergelegd:
1 Niet-statutaire bestuurders of zaakvoerders kunnen ten allen tijde worden ontslaan. Het ontslag van statutaire bestuurders of zaakvoerders daarentegen vereist eenparigheid, of een meerderheid indien sprake is van een gegronde reden. De commissaris kan enkel om een wettige reden worden ontslaan.
2 De balans wordt opgesteld nadat de aandeelhouders hebben beslist over de winstbestemming, dus na de Jaarlijkse Algemene Vergadering.
3 Beursgenoteerde vennootschappen dienen in het jaarverslag tevens een verklaring inzake deugdelijk bestuur op te nemen. Voor meer informatie hieromtrent, zie het artikel mbt Corporate Governance.
4 Hoewel een jaarverslag niet is vereist, dienen niet-genoteerde kleine vennootschappen in hun jaarrekening wel een verantwoording van de toepassing van de waarderingsregels in de veronderstelling van continuïteit te geven indien uit de balans een overgedragen verlies blijkt of uit de resultatenrekening gedurende twee opeenvolgende boekjaren een verlies van het boekjaar blijk.
5 Op dezelfde wijze wordt gehandeld wanneer het netto-actief ten gevolge van geleden verlies gedaald is tot minder dan een vierde van het maatschappelijk kapitaal, met dien verstande dat de ontbinding plaatsheeft wanneer zij wordt goedgekeurd door een vierde gedeelte van de ter vergadering uitgebrachte stemmen.
6 Voor de BVBA wordt deze verplichting omschreven in artikel 332 W.Venn., voor de CVBA in artikel 431 W.Venn. en voor de NV in artikel 633 W.Venn.
7 In de NV en BVBA kunnen de aandeelhouders onder bepaalde voorwaarden ook eenparig schriftelijke besluiten nemen (resp. art. 536, §1 en art. 268, §2 W.Venn).
8 Dit is niet wettelijk vereist binnen de BVBA maar wel wenselijk mochten nadien conflicten ontstaan.