De wet voorziet meerdere beschermingsmechanismes voor minderheidsaandeelhouders. Zij kunnen vragen een voorlopig bewindvoerder, lasthebber ad hoc of deskundige aan te stellen, kunnen een gedwongen overname of overdracht eisen, of een minderheidsvordering instellen tegen de bestuurders. Hoewel deze rechten vrij uitgebreid zijn, is het desalniettemin aangewezen in een aandeelhoudersovereenkomst te voorzien waarin rechten zoals de voordracht van bestuurders ook is toegekend aan minderheidsaandeelhouders.
De voorlopig bewindvoerder
De figuur van de voorlopig bewindvoerder is uit de praktijk gegroeid. Er is geen algemene expliciete bepaling in het Wetboek van Vennootschappen. Elke belanghebbende in de zin van artikel 17 Ger.W. kan de aanstelling vorderen aan de Voorzitter van de Rechtbank van Koophandel. Hij zal bepalen of de voorlopig bewindvoerder wordt aangesteld met het oog op het stellen van één (bv. opstellen van de jaarrekening) of meer bestuurshandelingen, en dit steeds in het belang van zowel de vennootschap als van de bestuurders en aandeelhouders. Hij kan eveneens een algemene bestuursopdracht krijgen.
Gezien hier drastisch wordt ingegrepen op het vennootschapsleven en ook afbreuk wordt gedaan aan de autonomie van de vennootschap, zal zijn mandaat in geen geval ruimer of langer zijn dan strikt noodzakelijk voor de oplossing van het geschil. Bovendien blijft de aanstelling van een voorlopig bewindvoerder een subsidiaire maatregel. Hij/zij zal slechts worden aangesteld indien geen andere minder verregaande maatregelen mogelijk zijn, en hoogdringendheid en de bijzondere omstandigheden dit verantwoordt.
In de praktijk zal de aanstelling van een voorlopig bewindvoeder veelal worden gevorderd wanneer geen enkel orgaan meer functioneert, geen beslissingen meer kunnen worden genomen of wanneer beslissingen de belangen van de vennootschap manifest schaden of ernstig dreigen te schaden. Daarenboven zijn ook wanbeheer en misbruik van meerderheid geldige redenen.
De benoeming van de voorlopig bewindvoerder dient wel te worden gepubliceerd, wat een negatieve publiciteit en ook risico’s voor lopende overeenkomsten zou kunnen inhouden.
De lasthebber ad hoc
Waar de voorlopig bewindvoerder een algemeen mandaat krijgt die dient te worden gepubliceerd, moet de benoeming van een lasthebber of bestuurder ad hoc niet worden gepubliceerd. Hij wordt bovendien slechts aangesteld met het oog op 1 of een beperkt aantal specifieke opdrachten zoals het bijeenroepen van de Raad van Bestuur of Algemene Vergadering, het uitvoeren van een bepaalde beslissing, het bijwonen van de Raad van Bestuur met een raadgevende stem of vetorecht of het opstellen van de jaarrekening.
De deskundige
Het deskundigenonderzoek kan worden gevorderd door vennoten/aandeelhouders die minstens 1% van de stemrechten of 1.250.000 euro van het kapitaal vertegenwoordigen.
Een deskundigenonderzoek kan een optie zijn indien een conflict nakend is, maar er over de grond nog geen zekerheid bestaat. De deskundige wordt dan aangesteld met de opdracht om de boeken en rekeningen van de vennootschap na te zien en ook de verrichtingen die de organen hebben gedaan te bekijken. Een deskundige stelt dus geen bestuurshandelingen en geeft evenmin advies, maar voert een louter feitelijk onderzoek.
Voorwaarde is dat het vennootschapsbelang dergelijk onderzoek vereist. Het louter in slechte papieren zitten van de vennootschap volstaat dus niet, al zal het in dergelijk geval mogelijk zijn te bewijzen dat de evoluties in de vennootschap tot een faillissement zouden kunnen leiden wat een deskundigenonderzoek dan weer verantwoord zou maken. Het gaat bijvoorbeeld over gevallen waar een vermoeden is dat activa worden afgewend, in welk geval een begin van bewijs volstaat.
De uittreding
Iedere vennoot of aandeelhouder kan om gegronde redenen in rechte vorderen dat zijn aandelen worden overgenomen door de vennoten op wie deze gegronde redenen betrekking hebben (art. 340 en 642 W. Venn.), dit ongeacht het aantal aandelen die deze vennoot of aandeelhouder in bezit heeft. Een gegronde reden is bijvoorbeeld het uithongeren van de minderheidsaandeelhouder(s), waarbij jaar na jaar geen dividenden worden uitgekeerd ondanks dat de vennootschap daartoe in staat is.
De uitsluiting
Eén of meer vennoten die gezamenlijk aandelen bezitten die 30 % vertegenwoordigen van de stemmen verbonden aan het geheel van de bestaande effecten, of aandelen waarvan de nominale waarde of de fractiewaarde 30 % van het kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigt, kunnen om gegronde redenen in rechte vorderen dat een vennoot zijn aandelen aan de eisers overdraagt (art. 334, lid 1 en 636 W. Venn.). De vordering wordt ingeleid bij de voorzitter van de Rechtbank van Koophandel. Een gegrond reden voor de uitsluiting is bijvoorbeeld het misbruik van meerderheid.
Minderheidsvordering tegen bestuurders
Stel dat de meerderheidsaandeelhouders tevens bestuurder van de vennootschap zijn, en u niet akkoord bent met de manier waarop zij beleid voeren en dit om gegronde redenen. Een vennootschapsvordering is dan niet mogelijk, maar een minderheidsvordering wel: “een vordering tegen de zaakvoerders kan voor rekening van de vennootschap door minderheidsvennoten worden ingesteld. Deze minderheidsvordering wordt voor rekening van de vennootschap ingesteld door één of meer vennoten die, op de dag waarop de algemene vergadering zich uitspreekt over de aan de zaakvoerders te verlenen kwijting, effecten bezitten die ten minste 10 % vertegenwoordigen van de stemmen verbonden aan het geheel van de op die dag bestaande effecten. Wat de vennoten met stemrecht betreft, kan de vordering slechts worden ingesteld door personen die de kwijting niet hebben goedgekeurd en door personen die de kwijting wel hebben goedgekeurd maar waarvan blijkt dat zij ongeldig is” (art. 290-291 en 416-417 W.Venn.).
Informatie- en controlerecht
Alle aandeelhouders, ongeacht het percentage aandelen dat zij bezitten, hebben het recht om op elke Algemene Vergadering aanwezig te zijn, vragen te stellen en te stemmen. Bij de oproeping van de Algemene Vergadering dienen de belangrijkste vennootschapsdocumenten te worden gevoegd (bv. cijfers, jaarverslag,...). De minderheidsaandeelhouder heeft dus een informatierecht, die evenwel beperkt wordt door het vennootschapsbelang: het bestuur moet geen informatie verschaffen indien dit het vennootschapsbelang zou schaden.
Heeft de vennootschap geen commissaris benoemd, dan heeft de (minderheids)aandeelhouder bovendien ook een persoonlijk controlerecht. Hij kan alle documenten die betrekking hebben op de goed te keuren jaarrekening inzien.
Grote minderheid
Bezit de minderheidsaandeelhouder 20% van de aandelen, dan heeft hij bijkomende voordelen: