Het Wetboek van Vennootschappen bepaalt dat het bestuursorgaan van de NV, BVBA en CVBA, wanneer het vaststelt dat het netto-actief van de vennootschap is gezakt tot beneden de helft of onder één vierde van het maatschappelijk kapitaal, een bijzonder verslag moet opstellen en binnen de twee maanden de Algemene Vergadering moet samenroepen om over het voortbestaan van de vennootschap en over eventuele herstelmaatregelen te beslissen.1 Wat met bestuurdersaansprakelijkheid in dit kader?
Allereerst moet worden opgemerkt dat bestuurders tweemaal de verplichting hebben om dergelijk afzonderlijk en geschreven bijzonder verslag op te stellen en de algemene vergadering samen te roepen: wanneer het netto-actief onder de helft van het maatschappelijk kapitaal daalt, en nog eens wanneer dit onder 1/4de zakt. De alarmbelprocedure is dus geen continue verplichting. Wordt ze evenwel op één van voormelde gelegenheden niet nageleefd, dan bestaat een weerlegbaar vermoeden van aansprakelijkheid in hoofde van de bestuurders voor schade geleden door derden. De wetgever gaat er immers van uit dat de Algemene Vergadering de vennootschap wel zou hebben ontbonden, en de verliezen zich aldus zouden hebben beperkt, als ze tenminste op de hoogte was geweest.2
In het kader van bestuurdersaansprakelijkheid is dit bijzonder verslag van uitermate hoog belang:
Bovendien kan het wel naleven van de alarmbelprocedure de bestuurders niet vrijwaren van aansprakelijkheid: zijn aansprakelijkheid kan immers in het gedrang komen wegens kennelijk onredelijke voortzetting van een reddeloos verloren onderneming. De minitieuse opvolging – een continue verplichting – van het herstelplan is dus wel geboden.