<< Terug naar artikels
Vennootschapsrecht
- 12 -
oktober
2016

Onderscheid tussen de interne bevoegdheidsverdeling en externe vertegenwoordiging van een NV



1. De principes van de interne bevoegdheidsverdeling

De interne bevoegdheidsverdeling binnen de NV is grotendeels wettelijk vastgelegd. Volgens artikel 522, §1, 1ste lid is de Raad van Bestuur (RvB) bevoegd alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet alleen de algemene vergadering (AV) bevoegd is.

De bestuurders vormen een college (art 521, 1° lid). Zij hebben dus geen individuele beslissingsbevoegdheid. Het beginsel van de collegialiteit is van dwingend recht: een volledige overdracht van de bevoegdheden van de RvB aan één of enkele bestuurders is daardoor onmogelijk.

De RvB mag evenwel steeds een verrichting voorafgaandelijk voorleggen aan de AV.

2. Statutaire afwijkingen van het principe

De bevoegdheden van de AV kunnen statutair niet worden beperkt, wel uitgebreid. De statuten kunnen dus aan de AV meer bevoegdheden toekennen, maar dergelijke verdeling is niet tegenwerpelijk aan derden, tenzij kwade trouw van deze derden.

De AV kan haar bevoegdheden ook statutair niet delegeren aan derden. Slechts een beperkt aantal bevoegdheden kunnen uit hoofde van de wet ook beperkt aan de RvB worden gedelegeerd (bijv. toegestaan kapitaal, uitkering interim-dividend,…).

De bevoegdheden van de RvB kunnen door de statuten wel worden beperkt. De bevoegdheden kunnen bijvoorbeeld onder de bestuurders worden verdeeld (art. 522 §1, tweede lid). Dergelijke statutaire beperking of verdeling kan niet aan derden worden tegengeworpen, opnieuw met uitzondering van derden die ter kwade trouw zouden zijn.

Dergelijke delegatie van bevoegdheid door de RvB aan één of meerdere bestuurders, mag geen afbreuk doen aan het feit dat de RvB als college dient te beslissen. Dit betekent onder meer dat een gedelegeerd bestuurder nooit algemene bestuursbevoegdheid kan krijgen zoals bijvoorbeeld een zaakvoerder in de BVBA. Hoogstens kan een deeltaak, bijzondere bevoegdheid of het dagelijks bestuur (zie infra) gedelegeerd worden.

Die handelingen of verrichtingen van dagelijks bestuur mogen worden opgedragen aan andere personen (bv. directeur), al dan niet aandeelhouder of bestuurder (art. 525, 1° lid), of aan een directiecomité (art. 524bis).

Onder dagelijks bestuur vallen enkel handelingen of verrichtingen die niet verder reiken dan de behoeften van het dagelijks leven van de vennootschap, of de behoeften die om reden zowel van het minder belang dat ze vertonen, als van de noodzakelijkheid een spoedige oplossing te treffen, de tussenkomst van de RvB niet verrechtvaardigen (Cass. 17 september 1968, Arr.Cass. 1969, Pas. 1969, I, 61). Zijn dus nooit daden van dagelijks bestuur : inpandgeving of vervreemding van het handelsfonds, hypothekeren of vervreemden van onroerend goed, afsluiten van belangrijke dadingen, afsluiten van langlopende contracten en leningen, …

Het bestaan van dergelijke delegatie (niet de inhoud of beperkingen ervan) kan worden tegengeworpen aan derden indien ze gepubliceerd is (art 525, 3° lid). De dagelijks bestuurder is alsdan een orgaan van de vennootschap met bevoegdheid de vennootschap te verbinden.

Zijn benoeming en ontslag worden vrij geregeld door de statuten of door de RvB, zonder verplichte tussenkomst van de AV en zonder gebonden te zijn door de periode van 6 jaar.

3. Vergelijking met externe vertegenwoordiging

De vennootschap wordt extern uitsluitend vertegenwoordigd door de raad van bestuur (art. 522, §2, 2de zin). De statuten kunnen echter aan één of meerdere bestuurders bevoegdheid verlenen om alleen of gezamenlijk de vennootschap extern te vertegenwoordigen (art. 522, §2, 3de zin). Dergelijke statutaire delegatie kan wél aan derden worden tegengeworpen indien gepubliceerd. In dat geval treden die individuele bestuurders op als orgaan van de vennootschap.

De externe vertegenwoordigingsmacht van bestuurders kan door de statuten worden beperkt, of onder de bestuurders verdeeld (art. 522, §2, 4de zin). Dergelijke statutaire beperking of verdeling kan niet aan derden worden tegengeworpen, tenzij deze ter kwader trouw handelen.

De externe vertegenwoordiging van de vennootschap m.b.t. daden van dagelijks bestuur kan worden opgedragen aan andere personen, al dan niet aandeelhouder of bestuurder (art. 525, 1° lid). Onder dagelijks bestuur vallen enkel handelingen of verrichtingen die niet verder reiken dan de behoeften van het dagelijks leven van de vennootschap, of de behoeften die om reden zowel van het minder belang dat ze vertonen, als van de noodzakelijkheid een spoedige oplossing te treffen, de tussenkomst van de RvB niet verrechtvaardigen (zie supra).

Het bestaan van dergelijke delegatie (niet de inhoud of beperkingen ervan) kan worden tegengeworpen aan in derden indien ze gepubliceerd werd (art 525, 3de lid). De dagelijks bestuurder is alsdan een orgaan van de vennootschap met bevoegdheid de vennootschap extern te vertegenwoordigen.