Wat gebeurt er met het beheer van het vermogen als men (plots) niet meer in staat is daaromtrent zelf handelingen te stellen of beslissingen te nemen, bijvoorbeeld na ziekte of een ongeval, of door ouderdom? In beginsel wordt door de rechter een bewindvoerder aangesteld die de vermogensrechtelijke belangen voor die persoon zal behartigen. Deze bewindvoerder stelt dan handelingen in zijn naam en voor zijn rekening, telkens met goedkeuring van de rechter.
Het hoeft geen betoog dat men er nogal vaak voorkeur aan geeft één specifieke (of meerdere) vertrouwde perso(o)n(en) - een familielid of een vriend (met kennis van zaken) - met deze taak te belasten. En dit zonder rechterlijke tussenkomst die vaak beperkend en tijdsrovend is.
Teneinde een eigen oplossing op maat te kunnen voorzien, geeft men dan best een zorgvolmacht. Dit een vorm van lastgeving, waarbij de lasthebber bevoegd wordt het vermogen verder te beheren (en zo men dit wenst, er zelfs over kan beschikken) zonder rechterlijke tussenkomst. Dat kan onmiddellijk of enkel vanaf het ogenblik dat men wils- of handelingsonbekwaam wordt, en definitief of slechts voor een bepaalde periode (bv. coma).
De lasthebber kan zo bijvoorbeeld de nodige successieregelingen treffen (bv. wijziging huwelijkscontract), de verkoop van onroerende goederen bewerkstelligen (bv. verkoop van een appartement in het buitenland wat meerdere verplaatsingen vraagt die men op leeftijd niet altijd ziet zitten), de rekeningen betalen,…
Gezien de aanzienlijke verantwoordelijkheid en ter bescherming van de wilsonbekwame persoon, dient de zorgvolmacht schriftelijk te worden gegeven voorafgaandelijk aan het moment waarop men wilsonbekwaam wordt. Men kan de lasthebber bij de uitoefening van zijn mandaat zo ook specifieke instructies meegeven, en zelf inhoud geven aan wat men percipieerd als ‘wilsonbekwaam’. Bovendien kan een bijkomende vertrouwenspersoon worden aangeduid die toezicht zal houden op deze lasthebber.
Bovendien registreert men de zorgvolmacht best ook in het “Centraal Register van Lastgevingsovereenkomsten (CRL)”. Doet men dit niet en werd de zorgvolmacht gegeven terwijl men nog wilsbekwaam was, dan eindigt die wanneer men nadien wél wilsonbekwaam wordt.
Bedenkt men zich nadien, dan kan de zorgvolmacht worden ingetrokken, althans voor zover de lastgever nog wilsbekwaam is. Is dit niet langer het geval maar vreest men dat het vermogen niet goed beheert wordt door de zorgvolmachthebber, dan kan aan de rechter – door eender welke belanghebbende – nog worden gevraagd een bewindvoerder aan te stellen.
De opstelling van een zorgvolmacht vraagt in ieder geval enige voorzichtigheid (bv. wanneer de lasthebber één van de kinderen is, en er wordt besloten tot een schenking, kan een belangenconflict ontstaan) en dus valt het aan te raden hiervoor een jurist te raadplegen. Noteer evenwel dat voor bepaalde zaken waarvoor een volmacht wordt gegeven (zoals de verkoop van een onroerend goed) de tussenkomst van een notaris is vereist.